Macrofotografie; hoe begin je?
Apparatuur; over macrolenzen, tussenringen, voorzetlenzen, compactcamera’s, smartphones en andere oplossingen
Prachtig, die close-up-foto’s van vlinders en bloemen, maar wat voor apparatuur heb je nodig om dat voor elkaar te krijgen? Ik help je een stuk op weg door de mogelijkheden voor camera’s en lenzen op een rij te zetten om snel aan de slag te gaan met macrofotografie. Van foon tot full frame, van macrostand tot tussenring.
Spiegelreflex- of systeemcamera met macrolens
Op de eerste plaats moet je dichtbij kunnen komen. Macrofotografie is immers dichtbijfotografie. Speciale macrolenzen, lenzen die dichtbij kunnen scherpstellen en die in dit macrobereik ook op hun best zijn, geven de mooiste resultaten. Vooral wat betreft detailweergave, scherpte en bokeh (een Japans woord voor een mooie, vloeiende onscherpte). Dan hebben we het dus wel over een camera met verwisselbare objectieven als een spiegelreflex- of een systeemcamera.
Zoomlens met macrostand op spiegelreflex- of systeemcamera
Voordat je geld uit gaat geven aan een macrolens, en je bent in het bezit van een spiegelreflex- of systeemcamera, kun je eerst eens kijken of je een objectief hebt met een macrostand. Het zijn meestal zoomobjectieven die deze mogelijkheid bieden. De beeldkwaliteit varieert enorm. Sommige geven allerlei storende lensfouten als onscherpte, paarse (en groene) randjes en een algemeen gebrek aan helderheid en detail. Andere zoomobjectieven met een macrostand presteren duidelijk veel beter. Probeer de stand eens uit, en snijd de afbeeldingen desnoods wat bij om tot de gewenste uitsnede of afbeeldingsgrootte te komen. Ben je (voorlopig) tevreden, dan kan je even vooruit met macrofotografie. Anders moet je naar een andere oplossing zoeken.
Tussenringen
Van een gewoon objectief kun je ook prima een macrolens maken; door een tussenring – niet meer dan een holle ring met koppelingen – tussen camerabody en objectief te plaatsen. Door deze ingreep kun je plotseling wel dichtbij scherpstellen (en niet meer op oneindig). Dit werkt vooral goed met een prime lens (een niet-zoomlens met een vast brandpunt van hoge kwaliteit) met een wat langer brandpunt. Een lichte telelens dus, bijvoorbeeld een 85 of 100mm. Het liefst nog lichtsterk ook (met kleine F-waarde bij volle lensopening, zoals, 2.0, 1.8 of 1.4). Doordat een tussenring maar weinig hoeft te kunnen, kun je best een goedkoop B-merk kopen. Meestal worden ze geleverd in een setje van drie, met verschillende diktes, die je ook nog eens allemaal aan elkaar kunt schroeven, zodat je echt heel dichtbij kunt komen.
Balgje
Houd je van knutselen, en wil je echt heel dichtbij komen, dan kun je een oud balgje gebruiken; een lichtdichte ‘harmonica’ op een rail die je tussen je lens en camerabody plaatst. Wel moet je de lens helemaal handmatig kunnen bedienen, wat betekent dat je zowel een scherpstelring als een diafragmaring op je objectief moet hebben. Doordat veel balgjes uitgerust zijn met ‘ouderwets’ schroefdraad, zal je zelf de koppelingen tussen je digitale camera en lens moeten maken.
Ooit, in het begin van de jaren tachtig, op een camping ergens in de Morvan, knutselde mijn vader zijn Mamiya-middenformaatlens voor me op een balgje, dat ik zo op een Asahi-Pentax spiegelreflex kon schroeven. Met veel geduld – en zonder statief – schoot ik met het gevaarte een paartje beekjuffers. Ik was apetrots toen ik na de zomervakantie mijn zelf, in de doka afgedrukte foto aan mijn biologieleraar liet zien. Ook de film had ik zelf ontwikkeld; Ilford FP4 belicht op 200 ISO, ik weet het nog uit mijn hoofd.
Voorzetlenzen en omkeerringen
Ook kun je een macrovoorzetlens aanschaffen, een soort vergrootglas met schroefdraad dat je op de voorkant van je objectief kunt schroeven. Deze bestaan ook voor compactcamera’s en superzooms. Bedenk wel dat bij gebruik van een echt slechte voorzetlens het middel erger kan zijn dan de kwaal. Verwar een macrovoorzetlens ook niet met een teleconverter, die is namelijk bedoeld om een teleobjectief nóg meer tele te maken, om veraf gelegen objecten dus nóg dichterbij te brengen.
Een laatste mogelijkheid is een koppeling kopen waarmee je een vaste (liefst prime) lens omgekeerd op je body kunt monteren. Dit is minder eigenaardig dan het lijkt. Doordat de lens ‘gewend’ is het beeld dichtbij op de sensor te projecteren, kan hij na omdraaiing ineens erg dichtbij focussen en scherpe resultaten behalen! Let op dat je wel een lens moet gebruiken die je ook met de hand kunt scherpstellen, een lens dus die een focusring heeft. Ook moet de lens een met de hand instelbare diafragmaring hebben.
Keuze macrolens op spiegelreflex- of systeemcamera
Ga je voor topresultaten? Dan komen de speciale macro-objectieven in beeld. Grofweg zijn de vaste macro-objectieven te verdelen in drie brandpuntklassen: 35-60mm, 90-105mm en 150-200mm. Als je vooral dieren als amfibieën, reptielen en insecten wilt fotograferen, is een brandpunt van rond de 200mm erg gunstig, zeker op full frame, waar 200mm ook effectief 200mm is. Om dezelfde afbeeldingsmaatstaf te krijgen, hoef je dan niet zo dicht op het dier te gaan zitten, waardoor je het minder snel verjaagt.
Als je meer geïnteresseerd bent in bijvoorbeeld bloemen, dan is een 90mm of 100mm ook prima. Voordeel is dat deze objectieven bij dezelfde kwaliteit een stuk goedkoper zijn dan de langere brandpunten. En minder wegen! Als je een APS-sensorformaat oftewel cropsensorformaat hebt, wordt een 100mm al 150mm (Nikon) of 160mm (Canon), zodat je ook met dit cameratype nog prima aan de slag kunt met dieren. Dat wil niet zeggen dat je met een korter brandpunt helemaal geen dieren kunt fotograferen. Zeker in de vroege morgen, wanneer veel ‘koudbloedige’ dieren nog moeten opstarten en opwarmen, kun je heel dichtbij komen met je kortere macrolens, bijvoorbeeld bij met dauw bedekte vlinders.
Korte macro-objectieven als een 50mm of 60mm op een APS-camera zijn vaak ook mooi te gebruiken als portretlens, net als een 90mm of 100mm op een full frame camera. Ze presteren beter dan de meeste zoomlenzen, zeker bij volle lensopening. Dan sla je dus twee vliegen in één klap; met de aanschaf van een macrolens heb je jezelf gelijk een aardige portretlens cadeau gedaan.
Bovenstaande macrolenzen gaan meestal tot een afbeeldingsmaatstaf van 1:1, dat wil zeggen dat de vlieg die je fotografeert levensgroot op de sensor wordt afgebeeld. Extreme macro-objectieven zijn er ook. Deze gaan wel tot 5:1, wat een enorme vergroting betekent! Deze objectieven projecteren dan ook een reusachtige monstervlieg op je sensor.
Compactcamera of smartphone
Maar ook met een smartphone of compact camera kun je interessante resultaten halen. Zeker als je het genre macrofotografie eerst eens wilt uitproberen. En bedenk dat je echt niet alleen nadelen ten opzichte van professionelere apparatuur hebt.
Natuurlijk, de beeldkwaliteit is minder dan met professionele apparatuur, maar je kleine compactcamera of foon kun je wel heel gemakkelijk in de meest onmogelijke hoekjes en gaatjes steken, compleet met steun op de grond of willekeurig object. Schuin, omhoog, omlaag, dwars, gekanteld, het kan allemaal! Probeer dat maar eens met 1,5 kg glas, plastic en metaal van een full frame. Ook heb je – door de kleinere sensor – van nature al een hogere scherptediepte ten opzichte van grotere apparatuur. Wat echt een groot voordeel kan zijn als je wat meer scherpte van voor naar achteren wilt hebben in je beeld (grotere scherptediepte).
Zelf gebruik ik mijn Sony RX100 graag om in het bloemenveld te steken. Werkt ook zonder statief prima als je het schermpje kantelt en op de grond steunt. De beeldstabilisator en de hoge kwaliteit van het Zeiss-objectiefje doen de rest. Een prima alternatief als ik mijn full frame camera met macrolens heb thuisgelaten. Maar ook Canon, Nikon, Panasonic en Olympus maken compactcamera’s die mooie beelden afleveren. Er bestaan grote verschillen in beeldkwaliteit. Leen desnoods eerst eens een camera om de macrostand uit te proberen.
Statief en andere attributen
Bij macrofotografie heb je al heel snel steun nodig. Waarom? Lees het in een volgende blog.
Meer macrofotografie: Online wintercursus en lenteworkshop in Griekenland
Wil je in de winter al je macrofotografie op een hoger plan brengen, kijk dan naar de zesdelige avondcursus macrofotografie voor beginners en half-gevorderden. Wil je in de lente veel leren over macrofotografie in het veld? In de lente, kun je mee met de Macroreis naar de Peloponnesos.